Home

Financiële begroting

Algemeen

De uitgangspositie voor de begroting 2025 en de meerjarenraming 2026-2028 is voor een belangrijk deel reeds opgenomen in de voorjaarsnota 2024 die op 2 juli door de raad is behandeld. Separaat aan de voorjaarsnota bent u geïnformeerd over de uitkomsten van de meicirculaire gemeentefonds. Deze circulaire is ook de basis voor de toe te passen indexaties (waar van toepassing).

Aantallen inwoners en woningen

In de meerjarenbegroting nemen het inwoneraantal en het aantal woonruimten toe vanwege de uitbreidingswijken Geerpark, De Grassen en Steenenburg. Deze leiden tot een jaarlijkse groei in de toekomstige jaren op basis van de gefaseerde woningbouwplanning op deze locaties.  

Rente financieringsmiddelen

In deze begroting is rekening gehouden met 3% rente voor het aantrekken van vaste geldleningen, indien de financieringsbehoefte groter is dan de kasgeldnorm. Tot het bedrag van de kasgeldnorm wordt gewerkt met dag- of kasgeld. Wij gaan er van uit dat de rente voor kort geld 3% zal bedragen. De interne rekenrente is 0,95%.

Kapitaallasten investeringen

Conform wettelijk voorschrift worden de kapitaallasten (rente en afschrijving van een meerjarige investering) tot het volle bedrag in de begroting opgenomen. Het uitgangspunt is dat investeringen op lange termijn gedekt moeten zijn binnen de structurele begrotingsruimte.

Salarisontwikkeling

De huidige cao gemeenten loopt tot 31 maart 2025. Op basis van de salarislasten in de begroting 2024 zijn de salarislasten voor 2025 en verder berekend. De loonindexering die in de meicirculaire is opgenomen (4,4% Loonvoet sector overheid), is de basis voor een voorlopige reservering als loonkostenstijging voor 2024. Omdat de huidige CAO doorloopt tot 31 maart 2025 worden de salarislasten daarvoor gecorrigeerd. Voor jaarlijkse periodieke stijgingen is een gebruikelijke verhoging van 0,5% opgenomen. Zodra er een nieuwe cao is, zal de raming indien nodig worden bijgesteld via een bestuursrapportage.

Loon en prijsontwikkeling

Op basis van de meicirculaire gemeentefonds is een prijsindexatie opgenomen van 2,3% (pbbp).
De budgetsubsidies worden jaarlijks geïndexeerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de subsidiecomponent voor personeelskosten en de overige subsidiecomponenten. Voor de overige subsidiecomponenten geldt het algemene indexcijfer dat toegepast wordt in de gemeentebegroting. In de component ‘personeel’ wordt rekening gehouden met de verwachte loonontwikkeling. Voor deze indexering wordt aangesloten bij de gemiddelde CBS-index voor CAO-lonen in de gesubsidieerde sector. Bij het ramen van de subsidies op grond van de subsidienota is voor de budgetsubsidies uitgegaan van 25% bureau- en uitvoeringskosten en 75% salariskosten.

Tarievenbeleid

Bij de dienstverleningen, zoals afvalstoffenheffing, het rioolrecht, de leges, rechten en marktgelden streeft de gemeente naar een kostendekkend niveau. Aan deze kosten wordt ook overhead toegerekend. In de nieuwe notitie Overhead (december 2023) is de stellige uitspraak gedaan dat de methodiek voor het toerekenen van overhead, zoals opgenomen in het overzicht overhead, aan lokale heffingen en rechten mag niet afwijken van de overige methodieken voor het toerekenen van overhead aan overige taakvelden van de begroting. In onze financiële verordening zijn twee methodes opgenomen, namelijk de toerekening van overhead door het aandeel van overhead in de totale kosten van alle taakvelden toe te rekenen en door overhead toe te rekenen op basis van een opslag voor overhead op het uurtarief. Vanwege de stellige uitspraak van de commissie BBV is in de voorliggende begroting de methodiek gebruikt waarbij we overhead toerekenen op basis van een opslag voor overhead op het uurtarief.

Voor de Onroerende zaakbelasting zal het tarief (uitgedrukt in een percentage van de waarde van het onroerend goed) zodanig worden aangepast dat een opbrengststijging wordt gerealiseerd met alleen de indexatie van 2,3%.  Ten aanzien van de leges worden over het algemeen de tarieven eveneens met de inflatiecorrectie van 2,3% verhoogd. De tarieven waarvoor kostendekkendheid geldt worden op basis van de kostprijsberekening opgesteld. De tarieven voor hondenbelasting blijven ten opzichte van 2024 ongewijzigd. De tarieven voor toeristenbelasting wordt voorgesteld de huidige tarieven te handhaven. Het tarief voor de rioolheffing is gebaseerd op het vastgestelde waterplan inclusief inflatiecorrectie. Voor de afvalstoffenheffing stijgt het tarief voor vastrecht, maar blijven de tarieven voor inworpen / ledigingen gelijk. In de paragraaf Lokale heffingen staat een verdere toelichting.

Deze pagina is gebouwd op 09/19/2024 11:55:31 met de export van 09/19/2024 11:43:17