Tot de algemene risico's behoren risico's als macro-economische ontwikkelingen en rente-, loon- en prijsontwikkelingen. Daarnaast zijn er onzekerheden over (toekomstig) rijksbeleid en ontwikkelingen in wet- en regelgeving die risico's met zich mee kunnen brengen. Door deze onzekerheden is het op dit moment nog niet goed mogelijk de financiële gevolgen van deze risico's te kwantificeren. Hier hebben alle gemeenten in ons land mee te maken.
Gemeentefonds (Algemene dekkingsmiddelen)
In de rijksvoorjaarsnota heeft het Rijk een aantal besluiten genomen met betrekking tot het gemeentefonds. Eén van die besluiten is om ingangsdatum van de nieuwe indexeringssystematiek van het gemeentefonds, die in 2027 in gaat, te vervroegen naar 2024. Dit betekent dat de trap op – trap af systematiek eerder wordt losgelaten. Daarnaast heeft het rijk besloten de opschalingskorting vanaf 2026 te schrappen, wordt een plan uitgewerkt om te komen tot minder specifieke uitkeringen en zal in de toekomst een deel (nader te bepalen) van de WMO via een aparte financiering gaan lopen. Dit alles is door het demissionair kabinet in de rijksvoorjaarsnota bekend gemaakt. De maatregelen zijn echter niet toereikend om het financieel ravijn te dempen. Na het schrappen van de opschalingskorting en het vervroegen van de indexering conform de BBP-systematiek resteert nog een ‘ravijn’ van € 2,5 mld op het totale gemeentefonds, waarmee de taken en middelen van gemeenten niet in balans zijn. In het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet zijn geen wijzigingen van de accressen van het gemeentefonds opgenomen. De VNG blijft zich ook bij het nieuwe kabinet inspannen om de balans tussen taken en middelen van gemeenten te herstellen. Op dit moment zijn er geen signalen dat een verdere korting van het gemeentefonds tot de mogelijkheden behoort. In de begroting hebben we nu geen stelposten opgenomen voor het BTW compensatiefonds of voor de indexatie van de WMO-taken. Wel is een stelpost in de begroting opgenomen vanaf 2026 voor de mogelijk extra middelen Jeugd. Zie hiervoor het afzonderlijke risico.
De verwachting is dat de nieuwe indexeringsmethodiek op basis van het 8-jaars gemiddelde van het bruto binnenlands product (BBP) een stuk stabieler is dan de trap-op / trap-af methodiek. Het risico van grote schommelingen in het gemeentefonds lijkt daarmee gemitigeerd.
Voor de verdeling van het gemeentefonds wordt een verdeelsystematiek gebruikt. Vanaf 2023 is sprake van een nieuwe verdeelsystematiek waarbij het aantal maatstaven is teruggebracht van 89 naar 49. De nieuwe verdeelsystematiek heeft geen effect op de hoogte van het gemeentefonds, echter is het bedrag per eenheid toegenomen. Hierdoor kan de wijziging van een maatstaf een groter effect hebben op de hoogte van algemene uitkering. Het Rijk bepaalt de hoogte van de algemene uitkering van een gemeente op basis van de maatstaven en maakt daarbij gebruik van formeel vastgestelde gegevens die, met vertraging, door het Rijk worden verzameld. Tot die tijd maakt het Rijk ook gebruik van voorlopige gegevens. We maken zelf een inschatting van de hoogte van de algemene uitkering met behulp van een applicatie. Daar voeren we zelf de maatstaven in en maken een inschatting van de meerjarige ontwikkeling van die maatstaven. Voor het verloop van het inwoneraantal wordt bijvoorbeeld gebruikt gemaakt van de provinciale bevolkingsprognose. Indien dergelijke, meerjarige ontwikkelingen anders lopen dan ingeschat kan er een verschil ontstaan tussen de inschatting en de uiteindelijke hoogte van de algemene uitkering. Dit kan zowel positief als negatief zijn en is daarom niet gekwantificeerd. Ten aanzien van de OZB heeft het nieuwe kabinet in het hoofdlijnenakkoord een maximalisatie van de OZB opgenomen. De uitwerking daarvan is nog onbekend, maar kan mogelijk een effect hebben op correctie van de gemeentelijk belastingcapaciteit op de algemene uitkering.
Stikstof beperkende maatregelen
Het zal niemand ontgaan zijn dat er volop ontwikkelingen zijn rondom stikstof en de maatregelen om stikstof te beperken. Denk hierbij aan de Porthos uitspraak van de Raad van State en recente besluitvorming van de provincie. Hierdoor hebben we te maken met onzekerheden bij het realiseren van onze ambities en uitvoeren van gemeentelijke taken. We zorgen ervoor dat we op de hoogte blijven van de meest recente inzichten en ontwikkelingen, zodat we deze kunnen toepassen in onze gemeente.
Bij de uitvoering van projecten moet rekening gehouden worden met de stikstofnormen. Op dit moment levert het nog geen grote vertraging op in projecten. Voor zover het gaat over grondexploitaties is de mogelijke vertraging meegenomen in de risico inschattingen daar. Mochten er andere projecten komen die in of tegen Natura2000 gebieden liggen dan kan het zijn dat het voldoen aan een natuurvergunning een langere doorlooptijd vraagt dan bij andere projecten. Hierdoor kunnen voorbereidings- en uitvoeringskosten toenemen. Dit leidt nu nog niet tot een financieel in te calculeren risico.
Nieuwe energieaansluitingen voor grootverbruik zijn niet mogelijk
Het energie net raakt vol. De verbouwing van het energiesysteem is in volle gang, maar onvoldoende om vraag en aanbod bij te benen. Ondanks alle inspanningen is de toegang tot het elektriciteitsnet met bijbehorende transportcapaciteit niet langer vanzelfsprekend. Op basis van de huidige prognoses, wordt verwacht dat we de komende vijf tot tien jaar nog te maken hebben met wachttijden voor grootzakelijke klanten. Hierdoor kunnen dit soort energie aansluitingen mogelijk niet gerealiseerd worden op het gewenste tijdstip. Hierdoor zullen ontwikkelingen bij bijvoorbeeld bedrijven vertraging kunnen ondervinden. Er zijn ontwikkelingen waarbij gekeken wordt naar prioritering in aansluitingen. De verwachting blijft dat niet alle gewenste aansluitingen mogelijk zijn.