Met ingang van de begroting 2016 schrijft het Besluit Begroting en Verantwoording voor dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen. Doel daarvan is inzicht te geven in de financiële positie van de gemeente. In de onderstaande tabel zijn de kengetallen op basis van deze begroting 2025 toegevoegd waarbij de kengetallen zijn gebaseerd op de stand per 1-1 van het betreffende begrotingsjaar.
Kengetal | JR | Begroting | JR | Begroting | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2022 | 2024 | 2023 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Netto schuldquote | 54,8% | 63,9% | 54,8% | 60,4% | 90,9% | 120,2% | 137,0% |
Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 50,5% | 60% | 50,5% | 56,5% | 87,2% | 116,6% | 133,7% |
Solvabiliteitsratio | 29,5% | 28,2% | 29,5% | 33,4% | 28,9% | 24,1% | 22,3% |
Structurele exploitatieruimte | 8,1% | 3,9% | 8,1% | 5,54% | 1,69% | 1,44% | -0,69% |
Grondexploitatie | 28% | 24% | 28% | 28,8% | 29,9% | 28,6% | 23,9% |
Belastingcapaciteit | 88% | 85,3% | 88% | 81,0% | 81,0% | 81,0% | 81,0% |
Netto schuldquote:
De nettoschuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie. Netto wil zeggen dat van de schulden eventueel uitgezette gelden worden afgetrokken. Voor de Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen worden eventueel uitgeleende gelden in mindering gebracht. De schuldenlast wordt vervolgens uitgedrukt in een percentage van de begrotingsomvang exclusief mutaties reserves. De schuldquote verslechterd na verwachting tot 2028 door een groei van de leningenportefeuille. Op basis van de BDO benchmark ‘financiële positie gemeenten’ valt Heusden voor 2025 in de minst risicovolle categorie (onder de 90%). Dat betekent dat we als gemeente goed in staat zijn om de kosten van de leningen in voldoende mate op te vangen binnen onze begroting in relatie tot het totaal aan inkomsten. Verder in de toekomst is de balanspositie moeilijker in te schatten en bevat daardoor vele onzekerheden en aannames. Op basis van de begroting dalen de totale inkomsten in 2026 tot en met 2028 (door een ter discussie staande daling van de algemene uitkering) wat de belangrijkste oorzaak is voor de verslechtering van de schuldquote, naast enkele grote investeringen. In de benchmark valt een schuldquote > 130% onder de categorie Meest risicovol.
Solvabiliteit:
Met de solvabiliteit wordt aangegeven hoe groot het aandeel is van het eigen vermogen in het totaal van de passiva. Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente en des te kleiner het solvabiliteitsrisico is. Op basis van de gehanteerde normen uit de BDO benchmark wordt deze uitkomst voor de solvabiliteit beoordeeld als neutraal.
Structurele exploitatieruimte:
Door het zuiveren van de incidentele lasten en baten en de mutaties uit/naar reserves, ontstaat het beeld in hoeverre er sprake is van een structureel sluitende begroting. De structurele lasten en baten worden in dit kengetal uitgedrukt als percentage van de totale baten (voor mutaties reserves) van het betreffende jaar. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. Voor 2025 is de structurele exploitatieruimte positief en geldt als minst risicovol in de BDO benchmark. Voor het laatste jaar van de meerjarenraming is het kengetal negatief hetgeen met name veroorzaakt wordt door de daling van de algemene uitkering vanaf 2026.
Grondexploitatie:
Indien leningen zijn afgesloten om grond te kopen voor (toekomstige) woningbouw/bedrijventerrein projecten, ontstaat er een schuld. Bij de beoordeling van een dergelijke schuld is het van belang om te weten of deze schuld kan worden afgelost wanneer de projecten tot uitvoering komen. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (bouwgronden in exploitatie) is ten opzichte van de totale baten (voor mutatie reserves). De ratio laat in deze begroting een verdere daling zien. Onze grondpositie is nog steeds fors; in de optiek van de BDO benchmark wordt een score tussen de 20% en 35% als neutraal beoordeeld. Met de verdere uitgifte afname van de grondposities (bijvoorbeeld De Grassen), daalt dit percentage in de toekomst, maar kan door ontwikkeling van nieuwe exploitaties ook weer toenemen.
Belastingcapaciteit:
Eén van de belangrijkste instrumenten die de gemeente op dit moment heeft om een matige financiële positie te verbeteren, is het aanspreken van de niet benutte belastingcapaciteit. De OZB is naast de algemene uitkering de belangrijkste inkomstenbron. De belastingcapaciteit wordt berekend door de totale gemeentelijke woonlasten voor een gezin met een woning van een gemiddelde WOZ waarde te delen door het landelijke gemiddelde van het voorgaande begrotingsjaar. De lokale lastendruk ligt nog steeds onder het landelijk gemiddelde. De belastingcapaciteit zegt iets over de wendbaarheid van de begroting en de mogelijkheid die er is om aanvullende opbrengsten te genereren. Een percentage onder de 95% wordt in de BDO benchmark aangeduid als minst risicovol. Dit is in de afgelopen jaren en ook in deze (meerjaren) begroting het geval.