Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Er wordt onderscheid gemaakt tussen incidentele weerstandscapaciteit en structurele weerstandscapaciteit.

De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit:

  • de algemene reserve
  • stille reserves

De stand van de algemene reserve per 1 januari 2025 bedraagt op basis van deze voorliggende jaarrekening € 39,6mln.

Van stille reserves is sprake wanneer de marktwaarde van bezittingen (activa) de boekwaarde daarvan overstijgt. Het gaat hierbij om vaste activa (panden/gronden) of deelnemingen. Voorwaarde voor het opvoeren van deze stille reserves in de weerstandscapaciteit is dat de activa direct verkoopbaar zijn of tot opbrengsten leiden, indien de gemeente dat zou willen.
De gemeente heeft een behoorlijke grondpositie. In totaal bezit de gemeente bij het opstellen van de begroting 2025  591ha pachtgronden verdeeld naar 470ha vaste pacht en 121ha losse pacht. Daarnaast is nog 41ha in eigendom die niet verpacht is. Deze gronden zijn niet meegenomen in de bepaling van de stille reserve.
Het bepalen van de omvang van de waarde van stille reserves geeft slechts een indicatie van de verwachte opbrengstwaarde. Hiermee wordt een inschatting gemaakt van een potentiële waarde bij verkoop. Voor gronden is de combinatie van het moment van verkoop, de hoeveelheid ha, de locatie en de prijsontwikkeling op dat moment bepalend voor de werkelijke verkoopwaarde. Om die reden wordt voor het bepalen van de stille reserve uitgegaan van een bandbreedte.
Rekening houdend met de verdeling losse en vaste pacht en uitgaande van een verwachte actuele verkoopprijs gebaseerd op recente transacties/taxaties gaan we uit van een prijs die ligt tussen
€ 90.000 en € 100.000/ha voor geliberaliseerde (losse) pacht en tussen de € 54.000 en € 60.000/ha voor reguliere (vaste) pacht. Op basis van het aantal ha bedraagt de marktwaarde van de gronden dan tussen de circa € 36,2 en € 40,3 mln. Rekening houdend met een boekwaarde op een deel van deze gronden van in totaal € 14,3 mln., bedraagt het verschil tussen de potentiële gemiddelde opbrengstwaarde (€ 38,3 mln.) en de boekwaarde en daarmee de indicatieve gemiddelde omvang van de stille reserve € 24 mln.

Om een bedrag op te nemen voor de weerstandscapaciteit wordt uitgegaan van 50% van dit gemiddelde (= € 12 mln). Het is immers niet reëel te veronderstellen dat een dergelijke grondpositie in één keer op de markt gezet kan worden, wat voor de beoordeling van de weerstandscapaciteit van belang is.

De structurele weerstandscapaciteit wordt gevormd door:

  • het totaal van de onbenutte belastingcapaciteit
  • de post onvoorziene uitgaven die structureel in de begroting is geraamd.

Omdat voor dienstverleningen het uitgangspunt van kostendekkende heffingen geldt, zit de onbenutte belastingcapaciteit uitsluitend in de onroerende zaakbelasting. Een verhoging van de OZB opbrengsten met 10% betekent circa € 1,1 mln aan extra opbrengsten. Voor de weerstandscapaciteit gaan we uit van een omvang van € 530.000 (50%) omdat de verhoging in praktijk beperkingen kent zoals politieke haalbaarheid en gewenste maximale stijging.
Tenslotte behoort tot de weerstandscapaciteit de post voor onvoorziene uitgaven. Deze bedraagt vanaf 2023 jaarlijks € 100.000.
De totale beschikbare weerstandscapaciteit komt daarmee op € 52,2 mln. zoals weergegeven in de onderstaande tabel:

Bestanddeel

 Huidige omvang weerstandscapaciteit

Algemene reserve

39,56

mln

Onvoorzien

0,1

mln

Stille reserves

12

mln

Onbenutte belastingcapaciteit

0,53 +pm

mln

Totaal

52,19 mln + pm

Deze pagina is gebouwd op 11/04/2024 18:55:50 met de export van 11/04/2024 18:42:46