Om onderbouwde financieringsbeslissingen te kunnen nemen, is het belangrijk om een inschatting te maken van de toekomstige renteontwikkeling. Deze zogeheten rentevisie wordt jaarlijks opgesteld en is gebaseerd op de verwachtingen van diverse financiële instellingen.
In de begroting wordt een rente voor kortlopende leningen (≤ 1 jaar) en een rente voor langlopende leningen (> 1 jaar) gehanteerd. De ontwikkeling van de korte rente is vooral afhankelijk van de inflatie. De hoogte van de lange rente wordt vooral bepaald door de economische groei.
De korte en lange rente stonden al enkele jaren op een erg laag niveau. In 2022 en 2023 is de rente gestegen. In 2024 heeft een daling van de rente ingezet door de verlaging van de ECB Refinancing rate op 14-09-2023. Deze verlaging heeft ook de rentecurve, voor de geldnemers, positief beïnvloed. De rentestijging is omgezet in een daling van de rente. De verwachting is dat de rente nog verder zal dalen wanneer ook de ECB de refinancing rate zal bijstellen mogelijk in september en/of december 2024. Nog steeds is de rente voor kortlopende geldleningen hoger dan de rente van de langlopende geldleningen. Zoals eerder is aangegeven zal de lange rente mogelijk nog dalen ten opzichte van het huidige niveau. In de onderstaande tabel is de gemiddelde verwachte renteontwikkeling van een aantal grote banken in 2024 en 2025 weergegeven.
Huidig | 01-01-2025 | 31-12-2025 | Rente begroting | |
Korte rente | 3,71% | 3,47% | 2.85% | 3% |
Lange rente (10 jr) | 2,75% | 2,83% | 2,78% | 3% |
Op basis van deze verwachting is in de begroting 2025 gekozen voor een rente van 3% voor zowel mogelijk aan te trekken kortlopende geldleningen en ook voor langlopende geldleningen.