Landelijke ontwikkelingen jeugdhulpstelsel
In 2023 is de ‘Hervormingsagenda Jeugd’ vastgesteld waar een aantal jaren aan gewerkt is. Deze agenda kent grote inhoudelijke en financiële gevolgen en beschrijft op hoofdlijnen tien opgaven. De eerste zes opgaven staan in het teken van betere en tijdige zorg en ondersteuning, op de juiste plek en wanneer dit nodig is:
- We hebben een fundamenteel gesprek te voeren met elkaar over opvoeden en opgroeien en over de ontwikkelingen die ten grondslag liggen aan het toenemende beroep op jeugdhulp.
- Wanneer kinderen en gezinnen jeugdhulp nodig hebben, is het van belang dat deze steeds wordt ingezet met oog voor de situatie van het gezin (de thuissituatie) waarin een jeugdige opgroeit.
- Waar jeugdhulp nodig is, moet deze toegankelijk en beschikbaar zijn voor de meest kwetsbare jeugdigen en gezinnen.
- Jeugdigen en hun opvoeders moeten voor jeugdhulp laagdrempelig en dicht bij huis terecht kunnen bij stevige lokale teams die waar nodig ook zelf passende en samenhangende basishulp bieden: zowel licht als zwaarder en zowel kort als langdurig.
- We zorgen dat kinderen zoveel mogelijk thuis opgroeien, ook als zij hulp nodig hebben.
- Jeugdigen en opvoeders moeten erop kunnen vertrouwen dat de zorg die zij ontvangen, bijdraagt aan het realiseren van de doelstelling van de jeugdige en/of ouders of opvoeders.
De laatste vier opgaven staan in het teken van een beter jeugdhulpstelsel:
- Kwetsbare jeugdigen moeten kunnen rekenen op tijdige en passende hulp.
- De meeste tijd en aandacht moet uitgaan naar het daadwerkelijk verlenen van zorg, administratieve lasten moeten worden verlaagd.
- De beschikbaarheid en kwaliteit van data moet verbeterd worden om inzicht te krijgen in de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg en in de effecten van landelijk, regionaal en gemeentelijk beleid.
- Met minder middelen moeten gerichter keuzes gemaakt worden om het stelsel houdbaar te houden.
Aan deze opgaven zijn maatregelen verbonden die zowel lokaal als regionaal grote gevolgen hebben. Met het Jeugd- en Gezinsteam (JGT) en de regionale samenwerking zijn echter al grote stappen in de goede richting gezet. Aan deze ‘Hervormingsagenda’ is een structurele landelijke besparing van 1 miljard euro op de jeugdhulpkosten verbonden vanaf 2027. Het is nog onduidelijk welk deel van deze besparing kan worden gerealiseerd en welk deel daadwerkelijk gekort wordt op de gemeentelijke budgetten.
Transformatieplan(nen) Integraal Zorgakkoord
De regio Hart van Brabant heeft eind 2023 het IZA Regioplan Midden-Brabant ingediend. Passend bij dit regioplan worden transformatieplannen opgesteld. Een transformatieplan moet een positieve impact hebben op passende zorg. Daarmee moet de toegankelijkheid en/of kwaliteit van de zorg op de lange termijn behouden blijven of verbeteren. Een deel van een transformatieplan is gericht op het behouden, ontzorgen en optimaal inzetten van zorgprofessionals. De zorgverzekeraars beoordelen deze transformatieplannen. Wanneer de geplande transformatie voldoende impactvol is, komt er geld beschikbaar voor de uitvoering. Het gaat hierbij om impact (conform IZA-doelen) op het zorggebruik in de Zorgverzekeringswet, inzet van personeel en/of de omvang van zorgvastgoed.
In 2025 zullen verschillende transformatieplannen ingediend worden. De plannen kunnen ook invloed hebben op de werkwijze in het sociaal domein.
Werkcentrum per arbeidsmarktregio
Het kabinet wil dat er uiterlijk 1 januari 2026 in alle 35 arbeidsmarktregio’s een werkcentrum komt, zodat mensen en bedrijven door heel Nederland weten waar ze in de buurt kunnen aankloppen voor werk, de juiste scholing of geschikt personeel. Hier kan dan iedereen zonder afspraak terecht en ondersteuning krijgen, ongeacht de hulpvraag of uitkering die iemand heeft.
Met de investeringen in werkcentra wil het kabinet vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar laten aansluiten. De maatregelen zijn onderdeel van het pakket aan hervormingen voor de arbeidsmarkt dat minister Van Gennip vorig voorjaar presenteerde.
In het Werkcentrum Midden-Brabant werken straks in ieder geval samen de gemeenten uit de arbeidsmarktregio Midden-Brabant, UWV, Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), onderwijspartijen, sociale partners en sociale werkvoorzieningsbedrijven. Ook uitzendbureaus, re-integratiebedrijven en andere relevante partijen kunnen aansluiten.
Stevige lokale teams (regionale ontwikkeling)
Verschillende landelijke ontwikkelingen (Hervormingsagenda, IZA, GALA) sturen op het versterken van de sociale basis. Het zorgstelsel is niet langer houdbaar. Door hoge kosten en personeelstekorten ontstaan lange wachtlijsten in de zorg en financiële tekorten bij gemeenten. Een sterke sociale basis wordt gezien als deel van de oplossing om hulp te kunnen blijven bieden. Dit betekent voor een deel van de inwoners dat de begeleiding vanuit de Wmo, GGZ of jeugdhulp anders wordt. Bijvoorbeeld ondersteuning van andere inwoners (eigen netwerk of vrijwilligers) of een groepsbijeenkomst met andere inwoners die tegen dezelfde vragen aanlopen. Inwoners kunnen hier dan zonder indicatie gebruik van maken. Als onderdeel van de sociale basis zijn stevige lokale teams nodig. Deze teams hebben de expertise om in te schatten wat nodig is en hebben de mogelijkheid en capaciteit om zelf hulp en ondersteuning te kunnen bieden. De Regio Hart van Brabant trekt samen op in deze opgave. Het JGT van Bijeen voldoet aan de definitie en voorwaarden van een stevig lokaal team in Heusden. De ontwikkelingen in de regio kunnen invloed hebben op hoe we dit verder organiseren voor zowel jeugdhulp als Wmo.
Inkomensafhankelijke bijdrage WMO
Het kabinet is van plan om per 1 januari 2026 een inkomensafhankelijke bijdrage in te voeren. Als deze wordt ingevoerd, dan kan het zijn dat minder inwoners hulp bij het huishouden willen ontvangen via de gemeente. Een inkomensafhankelijke bijdrage betekent namelijk dat inwoners een eigen bijdrage betalen op basis van het vermogen.